De vader van het hoofdpersonage geloofde al vele jaren. Hij deed consequent zijn plicht om het evangelie te delen en was erin geslaagd te lijden en hiervoor een prijs te betalen. Maar in plaats van de waarheid streefde hij roem, winst en status na. Hij zaaide onenigheid onder broeders en zusters en ging zelfs zover dat hij anderen buitensloot en aanviel, waardoor hij het leven van de kerk en het binnengaan in het leven van broeders en zusters serieus verstoorde. Hij kreeg vele malen communicatie en hulp aangeboden, maar hij toonde nooit berouw. Door Gods woorden leert het hoofdpersonage te onderscheiden dat haar vader een kwaadaardige persoon is die ziek is van de waarheid en de waarheid haat, en dat hij moet worden verbannen uit de kerk. Maar haar emoties houden haar tegen en ze durft hem niet te ontmaskeren of te rapporteren. Ze zoekt de waarheid door Gods woorden te lezen en ziet de natuur, het gevaar en de gevolgen van handelen vanuit emotie. Ze wordt bevrijd van de ketenen van haar persoonlijke gevoelens en leert liefhebben wat God liefheeft en haten wat God haat, en ze ontmaskert het kwaadaardige gedrag van haar vader. Zodra die kwaadaardige man was verbannen en geen storende factor meer was, werd het leven van de kerk beter.

De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.