Omdat we de voetafdrukken van God zoeken, behoren we op zoek te gaan naar Gods wil, naar Gods woorden, naar Zijn uitspraken – want overal waar er nieuwe woorden door God worden gesproken, daar is de stem van God, en overal waar de voetafdrukken van God zijn, daar zijn Gods daden. Overal waar de uitdrukking van God is, daar verschijnt God, en overal waar God verschijnt, daar bestaat de waarheid, de weg en het leven. In jullie zoektocht naar Gods voetafdrukken, hebben jullie de woorden “God is de waarheid, de weg en het leven” genegeerd. En zo, ook al ontvangen zij de waarheid, geloven veel mensen niet dat zij Gods voetafdrukken hebben gevonden, en erkennen zij al helemaal het verschijnen van God niet. Wat een grove vergissing! De verschijning van God kan niet verzoend worden met de opvattingen van de mens, en nog minder kan God verschijnen op bevel van de mens. God maakt Zijn eigen keuzes en heeft Zijn eigen plannen wanneer Hij Zijn werk doet; bovendien heeft Hij Zijn eigen doelen en Zijn eigen methoden. Het is niet nodig voor Hem om het werk dat Hij doet met de mens te bespreken of om het advies van de mens te vragen, laat staan om elke persoon van Zijn werk op de hoogte te stellen. Dit is de gezindheid van God en moet bovendien door iedereen worden erkend. Als jullie ernaar verlangen om getuige te zijn van de verschijning van God, als jullie de voetafdrukken van God willen volgen, dan moeten jullie eerst boven jullie eigen opvattingen uitstijgen. Jullie moeten niet van God verlangen om dit of dat te doen, en nog veel minder moet je Hem tot je eigen beperkingen begrenzen en Hem tot je eigen opvattingen limiteren. In plaats daarvan zouden jullie je moeten afvragen hoe jullie de voetafdrukken van God moeten zoeken, hoe jullie de verschijning van God moeten accepteren en hoe jullie je moeten onderwerpen aan het nieuwe werk van God; dat is wat de mens zou moeten doen. Omdat de mens de waarheid niet is en de waarheid niet in bezit heeft, moet de mens zoeken, aanvaarden en gehoorzamen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 1: De verschijning van God heeft een nieuw tijdperk ingeluid