De verdorven mensheid heeft de redding van de vleesgeworden God harder nodig (Deel twee)

Zijn werk in het vlees is van een uitermate grote betekenis, die voor het werk gereserveerd is en Hij die het werk uiteindelijk afrondt is de vleesgeworden God, en niet de Geest. Sommigen geloven dat God ooit op aarde komt en aan de mens verschijnt en dat Hij dan persoonlijk over de hele mensheid oordeelt door de mensen één voor één op de proef te stellen, zonder iemand over te slaan. Zij die zo denken kennen dit stadium van het werk van de incarnatie niet. God oordeelt de mensen niet één voor één en stelt ze niet één voor één op de proef. Dat zou niet het oordeelswerk zijn. Is de verdorvenheid niet hetzelfde voor de hele mensheid? Is het wezen van de mens niet voor ieder gelijk? Wat geoordeeld wordt is het verdorven wezen van de mensheid, het wezen van de mens dat door Satan is verdorven en alle zonden van de mens. God oordeelt niet over de onbeduidende en triviale fouten van de mens. Het oordeelswerk is representatief en wordt niet uitgevoerd voor een zeker persoon in het bijzonder. Het is eerder werk waarin een groep mensen geoordeeld wordt om het oordeel van de hele mensheid te vertegenwoordigen. Door Zijn werk persoonlijk op een groep mensen uit te voeren, laat God in het vlees Zijn werk het werk voor de hele mensheid vertegenwoordigen, waarna het zich geleidelijk kan verspreiden. Het oordeelswerk is eveneens zo. God oordeelt niet een bepaald soort mensen of een bepaalde groep mensen, maar Hij oordeelt over de zondigheid van de hele mensheid – het verzet van de mens tegen God bijvoorbeeld, het gebrek aan eerbied voor God, of de verstoring van Gods werk, enzovoort. Waarover geoordeeld wordt is de essentie van het verzet van de mensheid tegen God, en dit werk is het overwinningswerk van de laatste dagen. Het werk en woord van de vleesgeworden God waarvan de mens getuige is, zijn het oordeelswerk voor de grote, witte troon van de laatste dagen, die de mens zich in voorbije tijden voorstelde. Het werk dat de vleesgeworden God nu uitvoert is nu juist het oordeel voor de grote, witte troon. De vleesgeworden God van nu is de God die over de hele mensheid in de laatste dagen oordeelt. Dit vlees, en Zijn werk, woord en Zijn hele gezindheid vormen het geheel van Zijn zijn. Al is de reikwijdte van Zijn werk beperkt en niet meteen op het hele universum van toepassing, toch is het rechtstreekse oordeel van de hele mensheid de essentie van het oordeelswerk. Dit werk wordt niet alleen voor China ondernomen, of voor een klein aantal mensen. Hoewel tijdens het werk van God in het vlees dit werk niet het hele universum beslaat, vertegenwoordigt het wel het werk voor het hele universum. En als Hij klaar is met het werk binnen het bereik van Zijn vlees, zal Hij Zijn werk onmiddellijk uitbreiden tot het hele universum zoals ook het evangelie van Jezus over het hele universum is verspreid na Zijn wederopstanding en hemelvaart. Of het nu het werk van de Geest of het werk van het vlees is, het is werk met een beperkte reikwijdte, maar het vertegenwoordigt het werk voor het hele universum. Tijdens de laatste dagen verschijnt God en gebruikt Hij Zijn vleesgeworden identiteit om Zijn werk uit te voeren, en het is God in het vlees die over de mens oordeelt die voor de grote, witte troon staat. Of Hij nu de Geest of het vlees is, Hij die het oordeelswerk verricht is de God die over de mensheid in de laatste dagen oordeelt. Deze definitie is op basis van Zijn werk vastgesteld, niet op basis van Zijn uiterlijke verschijningsvorm of andere factoren. Ook al heeft de mens opvattingen bij deze woorden, niemand kan het feit van het oordeel en de overwinning door de vleesgeworden God ontkennen. Ongeacht hoe het geëvalueerd wordt, feiten zijn uiteindelijk feiten. Niemand kan beweren dat “het werk door God is gedaan, maar het vlees God niet is”. Dit is onzin, want dit werk kan alleen door God in het vlees worden gedaan. Omdat het werk al af is, zal er na dit werk geen tweede keer komen dat het werk van Gods oordeel over de mens plaatsvindt. De tweede vleesgeworden God heeft het werk van het hele management al af, en er volgt geen vierde stadium van Gods werk. Omdat het de mens is waarover geoordeeld wordt, de mens die van het vlees is en verdorven, en omdat niet rechtstreeks over de geest van Satan geoordeeld wordt, wordt het oordeelswerk niet in de spirituele wereld uitgevoerd maar onder de mensen. Niemand is geschikter en meer bevoegd dan God in het vlees voor het werk om over de verdorvenheid van het vlees van de mens te oordelen. Als het oordeel rechtstreeks door de Geest van God zou worden uitgevoerd, zou dit niet allesomvattend zijn. Bovendien zou dat werk moeilijk te accepteren zijn voor de mens omdat de Geest niet persoonlijk voor de mens kan verschijnen. Hierdoor zou het effect niet direct zijn, en de mens zou al helemaal niet in staat zijn de niet te beledigen gezindheid van God duidelijk te aanschouwen. Satan kan slechts geheel verslagen worden als God in het vlees de verdorvenheid van de mensheid oordeelt. Omdat God in het vlees dezelfde is als de mens met een normale menselijkheid, kan Hij in het vlees over de onrechtvaardigheid van de mens oordelen. Dit is het teken van Zijn natuurlijke heiligheid, en van Zijn buitengewoonheid. Alleen God is bevoegd en in de positie om over de mens te oordelen, want Hij bezit de waarheid en de rechtvaardigheid en dus is Hij in staat over de mens te oordelen. Degenen zonder de waarheid en rechtvaardigheid zijn niet geschikt om over anderen te oordelen. Als dit werk door de Geest van God zou worden gedaan, zou het geen overwinning op Satan zijn. De Geest is van nature meer verheven dan stervelingen, en de Geest van God is van nature heilig en triomfeert over het vlees. Als de Geest dit werk rechtstreeks zou doen, zou Hij niet kunnen oordelen over de ongehoorzaamheid van de mens en zou Hij niet alle onrechtvaardigheid van de mens aan de kaak kunnen stellen. Het oordeelswerk wordt immers ook door middel van de opvattingen van de mens over God uitgevoerd, en de mens heeft nooit opvattingen over de Geest gehad. Daarom kan de Geest de onrechtvaardigheid van de mens niet beter aan de kaak stellen, laat staan onthullen. De vleesgeworden God is de vijand van allen die Hem niet kennen. Door over de opvattingen over en het verzet tegen God van de mens te oordelen, laat Hij de hele ongehoorzaamheid van de mensheid zien. Het effect van Zijn werk in het vlees is duidelijker dan het effect van het werk van de Geest. En zo wordt het oordelen over de hele mensheid niet door de Geest uitgevoerd, maar is het het werk van de vleesgeworden God. God in het vlees kan gezien en aangeraakt worden door de mens, en God in het vlees kan de mens geheel overwinnen. In zijn relatie met God in het vlees ontwikkelt de mens zich van verzet naar gehoorzaamheid, van vervolging naar aanvaarding, van opvatting naar kennis, van afwijzing naar liefde. Dat is het effect van het werk van de vleesgeworden God. De mens wordt alleen door acceptatie van Zijn oordeel gered, hij leert Hem slechts geleidelijk aan kennen door de woorden uit Zijn mond, wordt tijdens zijn verzet tegen Hem door Hem overwonnen en ontvangt de levensbron van Hem tijdens de aanvaarding van Zijn tuchtiging. Dit hele werk is het werk van God in het vlees en niet het werk van God in Zijn identiteit van de Geest. Het werk dat de vleesgeworden God heeft verricht is het grootste en meeste grondige werk, en het cruciale deel van de drie stadia van Gods werk zijn de twee stadia van het incarnatiewerk. De diepe verdorvenheid van de mens vormt een grote belemmering voor het werk van de vleesgeworden God. Vooral het werk dat op de mensen van de laatste dagen uitgevoerd wordt, is enorm moeilijk en de omgeving is vijandig en het kaliber van ieder soort persoon is redelijk laag. Toch zal er aan het einde van dit werk een goed effect zijn bereikt, zonder fouten. Dit is het effect van het werk van het vlees, en dit effect weet beter te overtuigen dan het werk van de Geest. De drie stadia van Gods werk dienen door God in het vlees te worden afgerond, ze moeten door de vleesgeworden God worden afgerond. Het belangrijkste en meest cruciale werk wordt door God in het vlees gedaan, en de redding van de mens moet door God in het vlees persoonlijk worden uitgevoerd. De hele mensheid voelt weliswaar dat God in het vlees niet verwant is met de mens, maar toch is dit vlees in feite van belang voor het lot en het bestaan van de hele mensheid.

Ieder stadium van het werk van God is in het belang van de hele mensheid en is op de hele mensheid gericht. En al is het Zijn werk in het vlees, toch is het op de hele mensheid gericht; Hij is de God van de hele mensheid en de God van alle geschapen en niet geschapen wezens. Al heeft Zijn werk in het vlees een beperkte reikwijdte en is het doelwit van dit werk eveneens beperkt, toch kiest Hij iedere keer dat Hij vlees wordt een uiterst representatief doelwit voor Zijn werk; Hij kiest geen groep eenvoudige en onopvallende mensen om Zijn werk op uit te voeren, maar in plaats daarvan kiest Hij een groep mensen die in staat is Zijn werk in het vlees te vertegenwoordigen. Deze groep mensen is uitgekozen omdat de reikwijdte van Zijn werk in het vlees beperkt is, en ze wordt speciaal voor Zijn geïncarneerde vlees voorbereid en speciaal uitgekozen voor Zijn werk in het vlees. God kiest het doelwit van Zijn werk niet ongegrond, maar in overeenstemming met het principe: het doelwit van het werk moet het werk van God in het vlees ten goede komen en moet de hele mensheid kunnen vertegenwoordigen. De Joden konden bijvoorbeeld de hele mensheid vertegenwoordigen toen ze de persoonlijke verlossing van Jezus accepteerden, en de Chinezen kunnen de hele mensheid vertegenwoordigen als zij de persoonlijke overwinning van de vleesgeworden God aanvaarden. De vertegenwoordiging van de hele mensheid door de Joden is ergens op gestoeld. En zo is ook vertegenwoordiging van de hele mensheid door het Chinese volk gestoeld op de aanvaarding van de persoonlijke overwinning door God. Niets laat de betekenis van verlossing beter zien dan het verlossingswerk dat onder de Joden is uitgevoerd, en niets laat de grondigheid en het succes van het overwinningswerk beter zien dan het overwinnnigswerk onder het Chinese volk. Het werk en het woord van de vleesgeworden God lijkt slechts tot een kleine groep mensen te zijn gericht, maar in feite is Zijn werk in deze kleine groep het werk voor het hele universum, en is Zijn woord gericht tot de hele mensheid. Als Zijn werk in het vlees klaar is, zullen Zijn volgers het werk dat Hij onder hen heeft verricht, beginnen te verspreiden. Het beste aan Zijn werk in het vlees is dat Hij nauwkeurige woorden en vermaningen achter kan laten, en nauwkeurig Zijn wil ten aanzien van de mensheid aan Zijn volgers kan doorgeven. Zijn volgers kunnen dan achteraf Zijn hele werk in het vlees en Zijn wil ten aanzien van de hele mensheid nauwkeuriger en concreter doorgeven aan hen die deze weg aanvaarden. Alleen door het werk van God in het vlees onder de mensen wordt het feit volbracht dat God onder de mensen is en samen met hen leeft. Alleen dit werk bevredigt het verlangen van de mens om Gods gezicht te zien, getuige te zijn van het werk van God en het persoonlijke woord van God te horen. De vleesgeworden God maakt een einde aan het tijdperk waarin alleen de achterkant van Jehova aan de mens werd getoond en aan het tijdperk waarin de mensheid in een vage God geloofde. In het bijzonder luidt het werk van de laatste vleesgeworden God een tijdperk in voor de mensheid dat realistischer, praktischer en aangenamer is. Hij beëindigt niet alleen het tijdperk van de wet en de doctrine, maar, wat meer is, Hij onthult een God aan de mensheid die echt en normaal is, rechtvaardig en heilig, die het werk van het managementplan ontsluit en de mysteries en bestemming van de mensheid laat zien, die de mensheid heeft geschapen en het managementwerk volbrengt en die duizenden jaren verborgen is gebleven. Hij maakt een definitief einde aan het tijdperk van vaagheid, Hij beëindigt het tijdperk waarin de hele mensheid Gods gezicht wilde aanschouwen, maar dit niet kon, Hij beëindigt het tijdperk waarin de hele mensheid Satan diende en leidt de hele mensheid naar een geheel nieuw tijdperk. Dit is het resultaat van het werk van God in het vlees in plaats van het werk van Gods Geest. Als God in Zijn vlees werkt, zoeken en tasten Zijn volgers niet meer naar vage en onduidelijke dingen en gissen zij niet langer naar de wil van een vage God. Als God Zijn werk in het vlees verspreidt, zullen zij die Hem volgen het werk dat Hij in het vlees heeft verricht doorgeven aan alle religies en denominaties, die vervolgens al Zijn woorden zullen doorgeven ten gehore van de hele mensheid. Zij die Zijn evangelie horen zullen slechts de feiten van Zijn werk vernemen, dingen die persoonlijk door de mens gezien en gehoord zijn. Het zullen feiten zijn, en geen informatie uit tweede hand. De feiten vormen het bewijs waarmee Hij Zijn werk verspreidt, en ook zijn zij het gereedschap waarmee Hij Zijn werk verspreidt. Zonder het bestaan van feiten zou Zijn evangelie niet over alle landen en naar alle plaatsen kunnen worden verspreid. Zonder feiten maar met slechts de fantasie van de mens zou Hij het veroveringswerk van het hele universum nooit kunnen doen. De Geest is ongrijpbaar en onzichtbaar voor de mens, en het werk van de Geest kan geen verder bewijs of meer feiten leveren over Gods werk voor de mens. De mens zal het ware gezicht van God nooit aanschouwen en zal altijd geloven in een vage God die niet bestaat. De mens zal het gezicht van God nooit aanschouwen, en nooit zal de mens woorden horen die God persoonlijk heeft uitgesproken. De voorstellingen van de mens zijn uiteindelijk leeg en kunnen het ware gezicht van God niet vervangen; de natuurlijke gezindheid van God en het werk van God Zelf kan niet door een mens worden nagespeeld. De onzichtbare God in de hemel en Zijn werk kunnen alleen naar de aarde worden gebracht door de vleesgeworden God die Zijn werk persoonlijk onder de mensen verricht. Dit is de meest ideale manier waarop God aan de mens verschijnt, waarop de mens God ziet en Zijn ware gezicht leert kennen, en dit kan niet door een niet-vleesgeworden God worden bereikt. Nu God Zijn werk tot dit stadium heeft volbracht, heeft Zijn werk het optimale effect al bereikt en is het een doorslaand succes. Het persoonlijke werk van God in het vlees heeft al negentig procent van het werk van Gods hele management voltooid. Dit vlees heeft al Zijn werk een betere start gegeven en is er een samenvatting van, het heeft Zijn werk tot gemeengoed gemaakt en de laatste gedetailleerde aanvullingen eraan toegevoegd. Van nu af aan zal er geen nieuwe geïncarneerde God komen om het vierde stadium van Gods werk te doen en er komt geen wonderbaarlijk werk meer van de derde incarnatie van God.

Ieder stadium van Gods werk in het vlees vertegenwoordigt Zijn werk van het hele tijdperk en niet een zekere periode zoals het geval is bij het werk van de mens. Daarom betekent het einde van het werk van Zijn laatste incarnatie niet dat Zijn werk definitief ten einde is gekomen, want Zijn werk in het vlees vertegenwoordigt het hele tijdperk, en niet alleen de periode waarin Hij Zijn werk in het vlees verricht. Hij maakt Zijn werk voor het hele tijdperk alleen af in de tijd dat Hij in het vlees is, waarna het zich kan verspreiden over alle plaatsen. Nadat de vleesgeworden God Zijn bediening heeft volbracht, vertrouwt Hij Zijn toekomstige werk toe aan Zijn volgelingen. Zo zal Zijn werk van het hele tijdperk ongebroken verdergaan. Het werk van het hele tijdperk van incarnatie zal pas af zijn als het over het hele universum is verspreid. Het werk van de vleesgeworden God opent een nieuw tijdperk, en zij die Zijn werk voortzetten zijn de mensen die door Hem zijn gebruikt. Het werk dat door de mens wordt gedaan valt helemaal binnen de bediening van God in het vlees en kan dat niet overschrijden. Als de vleesgeworden God dit werk niet komt doen, kan de mens het oude tijdperk niet teneinde brengen of een nieuw tijdperk inluiden. Het werk dat de mens doet ligt enkel in de lijn van de menselijk mogelijke plicht en vertegenwoordigt niet het werk van God. Alleen de vleesgeworden God kan het werk dat Hij zou moeten doen komen afmaken, en behalve Hijzelf kan niemand anders dit voor Hem doen. Waar ik het over heb, gaat natuurlijk over het incarnatiewerk. Deze vleesgeworden God voert eerst een stap van het werk uit die niet met de opvattingen van de mens overeenkomt, waarna Hij meer werk doet dat niet met de opvattingen van de mens overeenkomt. Het doel van het werk is het overwinnen van de mens. In één opzicht is de incarnatie van God niet in overeenstemming met de opvattingen van de mens, waarnaast Hij nog meer werk doet dat niet met de opvattingen van de mens overeenkomt, en zo ontwikkelt de mens zelfs nog kritischere ideeën over Hem. Hij voert gewoon het overwinningswerk uit onder de mensen die een veelvoud van opvattingen over Hem hebben. Hoe ze Hem ook behandelen, als Hij Zijn bediening eenmaal heeft volbracht, zullen alle mensen aan Zijn heerschappij zijn onderworpen. Het feit van dit werk is niet alleen te zien onder het Chinese volk, maar laat ook zien hoe de hele mensheid zal worden overwonnen. Het effect dat bij dit volk is bereikt is een voorloper van het effect dat bij de hele mensheid zal worden bereikt, en het effect van het werk dat Hij in de toekomst zal doen zal zelfs in toenemende mate het effect op dit volk overtreffen. Het werk van God in het vlees brengt geen fanfare met zich mee, en het is ook niet in mysterie gehuld. Het is reëel en echt, het is werk waarbij één en één twee is. Het is niet voor iemand verborgen, het bedriegt niemand. Wat de mensen zien is reëel en echt, en wat de mens verwerft is een echte waarheid en kennis. Als het werk afloopt heeft de mens nieuwe kennis over Hem verworven en zij die God echt zoeken zullen geen opvattingen meer over Hem hebben. Dit is niet alleen het effect van Zijn werk op het Chinese volk, maar vertegenwoordigt ook het effect van Zijn werk waarin Hij de hele mensheid overwint, omdat niets nuttiger is voor het overwinningswerk van de hele mensheid dan dit vlees, het werk van dit vlees en alles van dit vlees. Ze zijn nuttig voor Zijn hedendaagse werk, en voor Zijn toekomstige werk. Dit vlees zal de hele mensheid veroveren en de hele mensheid voor zich winnen. Er bestaat geen beter werk waardoor de hele mensheid God kan aanschouwen en gehoorzamen en kennen. Het werk dat door mensen wordt gedaan vertegenwoordigt slecht een beperkte reikwijdte. Wanneer God Zijn werk doet, spreekt Hij niet tot een bepaald persoon maar tot de hele mensheid en tot eenieder die Zijn woorden aanvaardt. Het einde dat Hij verkondigt is het einde van alle mensen, niet slechts het einde van een zeker persoon. Hij geeft niemand een voorkeursbehandeling, maar Hij maakt ook van niemand een slachtoffer; Hij werkt en spreekt tot de hele mensheid. En zo heeft deze vleesgeworden God de hele mensheid al naar soort ingedeeld, heeft Hij de hele mensheid al geoordeeld en een geschikte bestemming voor de hele mensheid geregeld. En hoewel God Zijn werk alleen in China uitvoert, heeft Hij in feite het werk al voor het hele universum besloten. Hij kan niet wachten tot Zijn werk onder de hele mensheid is verspreid voordat Hij Zijn uitspraken doet en Zijn regelingen stap voor stap implementeert. Zou dat niet te laat zijn? Nu kan Hij het toekomstige werk alvast van tevoren afmaken. Want Degene die werkt is God in het vlees. Hij verricht onbeperkt werk binnen een beperkte reikwijdte en daarna zal Hij de mens zijn plicht laten vervullen. Dit is het principe van Zijn werk. Hij kan slechts een korte tijd onder de mensen leven en niet de mens vergezellen tot het werk van het hele tijdperk af is. Het is omdat Hij God is dat Hij Zijn toekomstige werk tevoren voorspelt. Daarna zal Hij door Zijn woorden de hele mensheid naar soort indelen, en de mensheid zal volgens Zijn woorden Zijn stapsgewijze werk binnengaan. Niemand ontkomt en iedereen moet in overeenstemming hiermee handelen. In de toekomst zal het tijdperk dus door Zijn woorden worden geleid en niet door de Geest.

Het werk van God in het vlees moet door het vlees worden uitgevoerd. Als het rechtstreeks door de Geest van God zou worden gedaan zou het geen resultaat opleveren. Zelfs als het door de Geest zou worden gedaan, zou het werk minder betekenis hebben en uiteindelijk niet weten te overtuigen. Alle schepselen willen weten of het werk van de Schepper betekenis heeft en wat het voorstelt en waartoe het dient, en of het werk van God vol gezag en wijsheid is, en of het uitermate waardevol en betekenisvol is. Het werk dat Hij doet is voor de redding van de hele mensheid, om Satan te verslaan en om tussen alle dingen voor Zichzelf te getuigen. Als zodanig moet het werk dat Hij doet wel van grote betekenis zijn. Het vlees van de mens is door Satan verdorven en stekeblind gemaakt en diep gewond. De meest fundamentele reden waarom God persoonlijk in het vlees werkt is omdat het doelwit van Zijn redding de mens is, die van het vlees is, en omdat Satan ook van het vlees van de mens gebruik maakt om het werk van God te verstoren. De strijd tegen Satan is eigenlijk het overwinningswerk van de mens en tegelijkertijd is de mens ook het doelwit van Gods redding. Op deze manier is het werk van de vleesgeworden God essentieel. Satan heeft het vlees van de mens verdorven, en de mens werd de belichaming van Satan en het doelwit dat door God verslagen moet worden. Op deze manier vindt het werk van de strijd met Satan en de redding van de mensheid plaats op aarde en moet God mens worden om de strijd met Satan aan te gaan. Dit werk is uiterst praktisch. Als God in het vlees aan het werk is, is Hij eigenlijk strijd aan het leveren met Satan in het vlees. Als Hij in het vlees werkt, werkt Hij in het spirituele rijk en maakt Hij Zijn gehele werk in het spirituele rijk reëel op aarde. Degene die overwonnen wordt, is de mens die Hem ongehoorzaam is. Degene die verslagen is, is de belichaming van Satan (en dit is natuurlijk ook de mens) die in vijandschap met Hem leeft. En degene die uiteindelijk gered wordt, is ook de mens. Zo is het voor Hem nog meer noodzakelijk mens met het omhulsel van een schepsel te worden, zodat Hij echt de strijd met Satan aan kan gaan, de mens kan overwinnen die Hem ongehoorzaam is en hetzelfde omhulsel heeft als Hij, en de mens kan redden die uit hetzelfde omhulsel bestaat als Hij en door Satan is verwond. Zijn vijand is de mens, het doelwit van Zijn overwinning is de mens, en het doelwit van Zijn redding is de mens die Hij heeft geschapen. Daarom moet Hij mens worden en zo wordt Zijn werk eenvoudiger. Hij kan Satan verslaan en de mensheid veroveren en bovendien kan Hij de mensheid redden. En al is dit vlees normaal en echt, Hij is geen gewoon vlees: Hij is niet van menselijk vlees alleen, maar van zowel menselijk als goddelijk vlees. Dit is het verschil met de mens, en het teken van de identiteit van God. Alleen dit soort vlees kan het werk doen dat Hij van plan is, en de bediening van God in het vlees vervullen, en Zijn werk tussen de mensen helemaal afmaken. Als het niet zo was zou Zijn werk onder de mensen altijd leeg en gebrekkig zijn. Al kan God met de Geest van Satan strijden en als overwinnaar uit de bus komen, dan nog kan de oude gezindheid van de verdorven mens niet opgelost worden. Zij die Hem niet gehoorzamen en zich tegen Hem verzetten kunnen nooit werkelijk aan Zijn heerschappij worden onderworpen. Dit betekent dat Hij de mensheid nooit kan overwinnen en nooit de hele mensheid voor Zich kan winnen. Als Zijn werk op aarde niet opgelost kan worden, komt Zijn management nooit teneinde en zal de hele mensheid nooit rust vinden. Als God geen rust kan vinden met al Zijn schepselen zal er nooit een resultaat voor het managementwerk zijn en zal de glorie van God vervolgens verdwijnen. Hoewel Zijn vlees geen gezag heeft, bereikt het werk dat Hij doet wel resultaat. Dit is de onvermijdelijke richting van Zijn werk. Ongeacht of Zijn vlees nu wel of niet gezag heeft, zolang Hij het werk van God Zelf kan doen, is Hij God Zelf. Ongeacht hoe normaal en gewoon dit vlees is, Hij kan het werk uitvoeren dat Hij zou moeten doen, want Zijn vlees is God en niet slechts mens. De reden dat dit vlees het werk kan uitvoeren waartoe de mens niet in staat is, is dat Zijn innerlijke wezen anders is dan dat van de mens, en de reden dat Hij de mens kan redden is dat Zijn identiteit anders is dan die van enig mens. Het vlees is zo belangrijk voor de mensheid omdat Hij mens is en nog meer God, omdat Hij het werk kan doen dat een gewoon mens van vlees niet kan en omdat Hij de verdorven mens kan redden, die met Hem samenleeft op aarde. Hoewel Hij identiek is aan de mens, is de vleesgeworden God belangrijker voor de mensheid dan enig persoon van waarde, want Hij kan het werk doen dat niet door de Geest van God kan worden gedaan en Hij kan beter dan de Geest van God getuigen voor God Zelf en de mensheid geheel voor Zich winnen. En hoewel dit vlees normaal en gewoon is, is Hij als gevolg daarvan zeer kostbaar door Zijn bijdrage aan de mensheid en Zijn betekenis voor het bestaan van de mensheid en is de werkelijke waarde en betekenis van dit vlees van onschatbare waarde voor de mens. Hoewel dit vlees Satan niet rechtstreeks kan vernietigen, kan Hij Zijn werk gebruiken om de mensheid te overwinnen en Satan te verslaan en hem helemaal aan Zijn heerschappij te onderwerpen. Juist omdat God geïncarneerd is, kan Hij Satan verslaan en is Hij in staat de mensheid te redden. Hij vernietigt Satan niet rechtstreeks, maar Hij wordt vlees voor het overwinningswerk van de mensheid, die door Satan verdorven is. Zo kan Hij beter onder alle schepselen voor Zichzelf getuigen en kan Hij de verdorven mens beter redden. De nederlaag van Satan door de vleesgeworden God is een betere getuigenis, en meer overtuigend, dan de rechtstreekse vernietiging van Satan door de Geest van God. God in het vlees kan de mens beter de Schepper laten leren kennen en kan onder alle schepselen betere getuigenis afleggen over Zichzelf.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Neem contact op via Messenger